Interview met boormeester Meine Nijboer
Diep onder de grond van Oostenburg, waar de toekomstige fundamenten van het gebied worden gelegd, speelt Meine Nijboer een belangrijke rol. Als boormeester navigeert hij de complexe wereld van bodemwisselaars en diepboringen. In dit interview vertelt Meine over zijn werk, de uitdagingen op kavel 9, 11 A / B en 12 en zijn ervaringen in het unieke Oostenburg-gebied.
Meine trapt enthousiast af: “Ik ben 30 jaar en woon in het prachtige Friesland. Ik werk al bijna 8 jaar als boormeester bij Remborg Bodemenergie. Mijn taak is om de boorstelling te bedienen en ervoor te zorgen dat we de gewenste diepte bereiken voor de bodemwisselaar. Maar er komt meer bij kijken: we houden nauwlettend de grondstructuren en -veranderingen in de gaten, doen administratief werk en geven training aan assistent-boormeesters.”
Duurzame vorm van energie
Hij licht toe wat bodemwarmte is: “Warmte uit het bodemwater is een duurzame vorm van energie. Bodemwarmte is een milieuvriendelijk alternatief voor het verbranden van aardgas en steenkool. Het zorgt niet voor uitstoot van CO2, is goed voor het klimaat en raakt nooit op. Als de warmte uit diepere aardlagen komt (500 meter of dieper), spreken we van aardwarmte of geothermie.” Het werkt als volgt: “Bodemwarmte komt van de zon. Zonlicht verwarmt (vooral in de zomer) de bodem en het bodemwater. Door circulatie van het bodemwater en door verspreiding van warmte door de bodem, kan de zonnewarmte tot enkele honderden meters diep in de aardkorst komen. De warmte in de bodem en in het bodemwater heten beide bodemwarmte.”
Gesloten buizensysteem
“Het aftappen van bodemwarmte gebeurt met zogeheten bodemwarmtewisselaars”, aldus Meine. “Zo'n bodemwarmtewisselaar bestaat uit een gesloten buizensysteem dat tot 300 meter diep de bodem in gaat. Door de buizen wordt een vloeistof gepompt, meestal water met antivries. Deze vloeistof stroomt door de warmere bodem, warmt daardoor op en stroomt verder door de buizen, weer terug naar het oppervlak. Aan de oppervlakte staan grote warmtepompsystemen die de warmte overnemen van de vloeistof in de bodemwarmtewisselaars, en vervoeren naar nieuwbouwhuizen en de industrie.”
Verwarmen en koelen
Hij legt uit hoe dit systeem wordt ingezet voor zijn werk op Oostenburg: “Op dit moment zijn we bezig met het boren en aanbrengen van bodemwisselaars. Deze wisselaars zullen straks de woningen op kavel 9, 11 A / B en 12 verwarmen en koelen.” Dat is geen gemakkelijk werk en er zijn genoeg uitdagingen: “De boordieptes van 260 tot 300 meter en de aanwezigheid van puin maken het boren uitdagend. Daarnaast moeten we rekening houden met de omgeving, aangezien we dicht bij bewoonde woningen en appartementen werken. Het beperken van overlast voor de omwonenden is een belangrijk en een vereiste.”
Vertrouwen op ervaringen
"Het interessante aan dit werk is ook meteen het lastige: zodra we de grond ingaan, verliezen we het zicht op wat er gebeurt”, licht Meine toe. “We moeten vertrouwen op onze ervaring en de metingen om een beeld te krijgen van de situatie in het boorgat. Dat maakt het spannend." Meine is blij dat hij de ontwikkelingen van Oostenburg van dichtbij meemaakte: “Het is bijzonder om te zien hoe dit gebied in Amsterdam is veranderd tot wat het nu is. Het is een unieke plek geworden met een rijke geschiedenis en een veelbelovende toekomst.”